Genaturaliseerd Mexicaan voorzitter van parochieraad

Ik ben dus eigenlijk een Streker. Tekst Jules Post, foto Hoekstra Grootebroek

Geboren Nederlander en genaturaliseerd Mexicaan Ton Deen is de gedreven voorzitter van de parochieraad van de Sint Johannes de Doper Parochie in Grootebroek. Jules Post interviewt hem.

Het leven in Mexico beviel goed
Je bent Nederlander en Mexicaan, hoe is dat zo gekomen?
“Ik kom uit Bovenkarspel, ik ben geboren op de Overtoom in Broekerhaven.
Mijn moeder komt uit Grootebroek en mijn vader uit Bovenkarspel. Ik ben dus eigenlijk een Streker.
Ik ben van beroep scheepswerktuigkundige. Ik heb eerst in Europa gevaren en later over de hele wereld. In 1994 heb ik mijn vrouw Carmen leren kennen in Tampico in Mexico. Na twee jaar zijn we getrouwd en een jaar later kreeg ik een baan aan de wal als chef onderhoud bij een scheepvaartbedrijf. Het leven in Mexico beviel zo goed dat ik me heb laten naturaliseren tot Mexicaan. Toen onze kinderen groter werden wilden ze graag studeren in Nederland en daarom zijn Carmen, onze drie kinderen en ik naar Bovenkarspel verhuisd.”

Sinds 2017 ben ik voorzitter
Je ben sinds 2017 voorzitter van de parochieraad van Grootebroek. Wat doet de voorzitter zoal?
“Ik leid de vergaderingen van de parochieraad, beheer de post en stel de agenda voor de vergaderingen op. Ik ben een luisterend oor voor de parochianen die met commentaar en met ideeën komen. En ik ben ook afgevaardigde van de parochie in het regiobestuur.
Het was niet mijn bedoeling om lid te worden van de parochieraad. Ik wilde iets met jongeren gaan doen. Ik heb in Mexico goede voorbeelden van kerkelijk jongerenwerk gezien. Mijn kinderen kregen daar elke zaterdag catechese ter voorbereiding op de sacramenten van de eerste Heilige Communie en het Vormsel. De voorbereiding in Nederland voor deze sacramenten is veel korter. Hier hebben de kinderen 6 of 7 keer een voorbereidingsbijeenkomst. In Mexico duurt de voorbereiding een heel jaar.”

In Mexico kreeg ik de smaak weer te pakken.
Je bent erg betrokken bij de Rooms-Katholieke Kerk. Hoe is dat zo gekomen?
“In het gezin waar ik ben opgegroeid gingen we elke week naar de kerk. Na het Vormsel is mijn betrokkenheid verwaterd. In Mexico kreeg ik de smaak weer te pakken. Ik ging met mijn vrouw mee naar de kerk. De kerkbeleving daar is heel anders dan hier. Kerken openen dagelijks, met viering, meer geloof en inspiratie. Je ziet daar oud én jong in de kerk.
Terug in Nederland ben ik naar het Bonifatiusinstituut in Vogelenzang gegaan om lector en assistent in de liturgie te worden. Als lector lees je in de viering de eerste lezing, de antwoordpsalm en het epistel voor en je gaat voor in de voorbeden. Als assistent help je de voorganger om de tafel klaar te maken en de communie uit te delen. Je bent zo heel direct betrokken bij de viering van het geloof.”

Ook in de toekomst moeten we kunnen vieren
Je komt in alle parochies van de regio, wat kan je van deze parochies leren?
“Ik leer hoe het anders kan. Ik heb bijvoorbeeld meegemaakt dat er tijdens een gezinsviering een kind werd gedoopt. Dat sprak me erg aan.”
Wat is je belangrijkste doel voor de toekomst?
“Dat we elk week in de gelegenheid zijn om te vieren. We moeten er alles aan doen om dat ook in de toekomst te waarborgen!”