
“
Elk jaar, tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei, verzamelen de inwoners van Westwoud zich rondom het graf van dokter Wytema. In de nacht van 1 op 2 juni 1944 kwam hij door laf moordenaarsgeweld van de bezetter om het leven. Zijn dood was een vergelding voor het overlijden van twee landwachters in Blokker – nog geen 24 uur daarvoor – tijdens een noodlottige ontmoeting met het verzet. Nettie van Straaten – Van Oostrum (90) woonde destijds schuin tegenover de dokterswoning. Zij kwam veel over de vloer bij de familie Wytema.
“Zijn dood was een schok voor ons en eigenlijk voor het hele dorp”, weet zij uit eigen ervaring. Zelf heeft zij de schoten niet gehoord. “Vader vertelde het ons ’s morgens. Dat was een grote schrik natuurlijk. Voor ons, de buurt maar eigenlijk voor het hele dorp.”
Centje bijverdienen
Nettie van Straaten was de oudste dochter van bakker Bertus van Oostrum. “Bij de geboorte van mijn jongste zus is mijn moeder overleden. Dat was in 1936. Ik draaide thuis mee in het huishouden. We hadden het niet breed want er waren zes bakkers in Westwoud. Daarom verdiende ik een centje bij door klusjes te doen bij de familie Wytema. Ik mocht regelmatig aardappelen schillen. Ook hielp ik Hiltje Hoekstra mee bij het dekken van de tafel als er visite kwam. Zij was de vaste hulp in de huishouding.”
Goedgevulde kelder
“Ik herinner me mevrouw Wytema als een hele lieve vrouw. Zij zette wat er over was van het eten op het aanrecht. Dat was dan voor Hiltje en mij. Ze had het ook weg kunnen gooien maar ze dacht aan ons. De dokter was een zeer geziene man in Westwoud en de omgeving. Hij stond dag en nacht klaar voor zijn patiënten. De mensen beloonden hem daarvoor en stopten hem ook eten toe. De kelder was goedgevuld.”
Gebedje
De drie kinderen van de familie Wytema deden allerlei spelletjes in de tuin met Nettie. “Ook paste ik op als de dokter en zijn vrouw op pad waren. Dan zongen we samen een gebedje. Ik weet de woorden nu nog. ‘Ik ga slapen, ik ben moe, ik sluit mijn beide oogjes toe, Heere houdt ook deze nacht
over Laura, Trudie en Johan de wacht.’ Wat was het verschrikkelijk dat hun vader toen ineens werd doodgeschoten. Helemaal als je weet dat mevrouw Wytema op dat moment zwanger was.”
Contact
Weet zij hoe het haar oppaskinderen verder is vergaan in het leven? Nettie haalt haar schouders op. “Ik zou het niet weten. Iedereen is een eigen kant op gegaan. Weet jij misschien hoe het met ze is?”, vraagt ze. Als zij verneemt dat Laura, Johan en de – later geboren – Sam nog in leven zijn, veert ze op. Graag zou zij hen nog een keer ontmoeten. Inmiddels is het contact gelegd maar door de corona-maatregelen is er nog geen afspraak gemaakt. “Ik zie er erg naar uit hen nog een keer te spreken”, besluit Nettie, die nog zelfstandig woont in een aanleunwoning in Hoogkarspel.