Ik was er zelf bij.
Ik wacht minstens een half uur blauwbekkend. Dan arriveert eindelijk de touringcar van Connexxion. Ik stap in en wil een kaartje kopen, maar de chauffeur deelt me mee, dat hij niet aan kaartjes en bonnetjes doet. Het wordt een gratis rit.
Ik wrijf eens goed in m’n ogen en zie, dat de chauffeur Fred Teeven is.
Ik neem ongeveer in het midden van de bus plaats op een nog lege plek naast een man met een vaalbleek gezicht. “Hallo” -zegt hij- “herken je me niet?”
“Ik ben Ton Hooijmaijers, heb een hele week proefverlof en ga met mijn vrinden een dagje naar de Efteling. Mieters, ik heb er zin an.”
Om me heenkijkend vraag ik me af in wat voor bus ik verzeild ben geraakt. Ik ben in het gezelschap van buitengewoon vriendelijke mensen, die ik met moeite weet te plaatsen op pluchen zetels, die ze ooit hebben bekleed.
Ik blijk een vreemde eend in de bijt te zijn. Dat wekt de belangstelling van mijn medepassagiers. Ze gedragen zich allemaal erg sociaal, hulpvaardig, bezorgd en meelevend.
Neelie Kroes vraagt of haar BV in Panama iets kan betekenen voor mijn beleggingsportefeuille. Ard van der Steur heeft nog steeds connecties met justitie en weet een manier om van boetes af te komen. Frans Weekers wil graag creatief mijn belastingaangifte over 2017 invullen.
Ondertussen probeert Ivo Opstelten via de microfoon zich van z’n hete aardappel te ontdoen.
Jos van Rey stelt voor een omweg over Venlo te maken om ons in de gelegenheid te stellen alle bouwwerken te bewonderen, die hij samen met zijn zakenpartner Piet van Pol heeft gerealiseerd.
Kathalijne de K. komt langs met een grote hoeveelheid zelf gekweekte hennep. Te verkrijgen voor een vrindenprijsje.
Op de achterbank zit heel alleen sip voor zich uitkijkend de Lying Dutchman Halbe. Op zijn schoot een kooi met peperdure wedstrijdduiven. Hij wil ze lossen in Kaatsheuvel. Z’n vrouw zal klokken hoe laat ze weer thuis in hun hok zijn. Spannend!
De telefonische mededeling, dat Mark Rutte in het budget van Binnenlandse Zaken een mogelijkheid heeft gevonden om dit uitje te bekostigen, wordt met groot gejuich ontvangen. Pogingen van Anouchka van Miltenburg om weer wat orde te scheppen mislukken jammerlijk.
Met Jeanine Hennis-Plasschaert krijg ik absoluut geen contact. Zij is in gedachten verzonken. Rutte heeft haar het ministerschap van Buitenlands Zaken aangeboden.
De namen van een aantal medepassagiers neem ik tot mij vanaf hun badges, die ze met trots op hun borst dragen: Fred de Graaf, Robin Linschoten, Loek Hermans, Köksal Gör, Mark Verheijen, Harry Groen, Frits Huffnagel, Sjoerd Swane, Stefan Hulman en nog een aantal onleesbare badges.
Eigenlijk niet te geloven dat ik me in deze bus bevind. Maar het is toch echt zo. Ik ben er zelf bij. Ik heb zelfs een bron die het kan bevestigen, maar die bron kan ik vanwege geopolitiek belang natuurlijk niet onthullen.
Plotseling word ik in m’n kuif gepikt door Henry Keizer, voormalig voorzitter en crematorium miljonair. Met z’n imposante gestalte werkt hij me naar de uitgang. Fred stopt en ik word geloosd op de vluchtstrook 20 kilometer onder Utrecht. Ik hoor Henry nog net roepen “Jij hoort hier niet thuis”!!
A3